De kudu is een soort antilope die van Zuid-Afrika tot Ethiopië voorkomt. Een kudustier kan meer dan 1,5 meter hoog worden en is roodachtige grijs tot bijna blauw gekleurd. De hoorn van dit dier kan groeien tot 1,20 meter.
Tijdens hun strijd tegen de Britse troepen bleken de Matabele-krijgers over grote afstanden contact met elkaar te kunnen houden. Na een tijdje werd duidelijk dat ze hiervoor een ver-dragende hoorn gebruikte. Ze bliezen de signalen in een code door die de Britten niet begrepen. Deze hoorn van de kudu bracht klanken voort door met trillende lippen in een gat aan de zijkant te blazen.
Baden-Powell bracht een kuduhoorn mee naar Engeland, en in de zomer van 1907, tijdens het eerste experimentele scoutskamp op Brownsea Island, gebruikte hij de hoorn om verzamelen te blazen. Later gebruikte hij de hoorn op dezelfde manier bij de eerste Gilwell-cursus. Daarna, in 1920, gaf hij de hoorn aan Gilwell Park om deze te blijven gebruiken bij hun cursussen, en hiermee werd de kuduhoorn ook een symbool verbonden met de Gilwell-cursus.
Tot op deze dag wordt de kudu-hoorn over de hele wereld nog gebruikt om scouts in training bijeen te roepen.
De bijl in het houtblok werd in de vroege jaren 1920 aangenomen als het symbool voor Gilwell Park. Aangezien elke plaats waar een Gilwell-cursus wordt gegeven, tijdelijk deel uitmaakt van Gilwell Park, is dit symbool ook verbonden met de cursus.
De bijl in het houtblok is het symbool van een vrij man. In feodale tijden was het de horigen namelijk verboden om hout te hakken in het bos van hun heer, zij mochten enkel sprokkelen. Mannen die in het leger van hun heer gediend hadden, werden daarna beloond doordat ze 'vrij' werden gelaten. Als vrij man mochten ze wel takken afhakken, en wel zo hoog als hun bijl reikte. Een bijl in het bos werd zo het herkenningsteken van een vrij man, die dit recht verdiend had door anderen te dienen.
Het ontwerp van het Gilwell-certificaat herinnert aan de verschillende facetten van de Gilwell-cursus en scouting. Links en rechts staan de dieren van de traditionele Gilwell-patrouilles, bovenaan enkele schetsen van Baden-Powell.
Onderaan het certificaat staat een citaat van Rudyard Kipling:
"Who hath smelt wood-smoke at twilight? Who hath heard the birch-log burning? Who is quick to read the noises of the night? Let him follow with the others, for the young men's feet are turning to the camps of proved desire and known delight."